HOEKEN METEN EN TEKENEN
Maak de opdrachten die je onderaan op de pagina vind over het opmeten en tekenen van hoeken.
Lees nog eens de theorie over het opmeten
en tekenen van hoeken door.
Let op:
Bij wiskunde teken je altijd met potlood!
THEORIE HOEKEN METEN EN TEKENEN
Vraag?
Ga naar de chat bubbel rechts onderin je scherm!
Welkom bij hoeken meten en tekenen. Op deze pagina vind je alles wat je moet weten over het meten en tekenen van hoeken.
​
Kijk de video hiernaast om te zien hoe je hoeken moet opmeten en tekenen.
HOEKEN METEN
Om een hoek op te meten hebben we natuurlijk onze geodriehoek nodig.
​
Werkschema: Hoeken meten
​
1. Zorg dat je een hoek hebt die
je wilt opmeten. In dit voorbeeld
gebruiken we ∠A.
​
​
2. Leg het nulpunt van je geodriehoek
op het hoekpunt van ∠A.
​
​
3. Schuif je liniaalkant van je
geodriehoek naar een van de
benen van ∠A zodat het andere
been onder je geodriehoek ligt.
Zorg ervoor dat het nulpunt op
het hoekpunt blijft liggen.
​
4. Gebruik de gradenboog die bij
nul begin vanaf je been waar je
liniaalkant op ligt.
​
5. Lees het aantal graden af waar
je je andere been van ∠A vind.
​
6. Noteer als volgt:
∠A = ........ º
HOEKEN TEKENEN
Om een hoek te tekenen hebben we natuurlijk onze geodriehoek nodig.
​
Werkschema: Hoeken tekenen
​
1. Zorg dat je een hoek hebt die je wilt tekenen.
In dit voorbeeld gebruiken we ∠A = 35º.
​
2. Teken alvast het hoekpunt van ∠A
met daaraan één been van ∠A,
dit is een halve lijn.
​
3. Leg het nulpunt van je geodriehoek
op het hoekpunt van ∠A.
​
​
4. Schuif je liniaalkant van je
geodriehoek naar het ene been
van ∠A. Zorg ervoor dat het
nulpunt op het hoekpunt blijft liggen.
​
5. Gebruik de gradenboog die bij nul
begint vanaf je been waar je
liniaalkant op ligt.
​
​
​
6. Zet een stip bij het aantal graden van
hoe groot ∠A moet zijn, dus bij 35º.
​
​
​
7. Teken het lijnstuk tussen je getekende
stip en het hoekpunt van ∠A.
∠A = 35º is nu getekend.
OPDRACHTEN HOEKEN METEN EN TEKENEN
Opdracht 1
De benen van ∠A gaan door de punten B en C.
​
a. Teken ∠A.
b. Hoeveel graden is ∠A?
Opdracht 2
∠B = 78º, Teken ∠B
